Op een verloren zaterdagmiddag moest ik naar een boekhandel om wat te kopen. Samen met een vriend liep ik de winkel binnen. En ja, het moest mij weer overkomen. Het alarm ging af. Precies toen wij gelijktijdig naar binnenliepen was er een luid en duidelijk piepsignaal te horen. Doen alsof er niets aan de hand was, had geen zin met die herrie. Natuurlijk probeerde ik het wel en voorzichtig schuifelde ik samen met mijn vriend, die me vragend met gefronste wenkbrauwen aankeek, de boekhandel binnen, mijn ogen op de vloer gericht. Er kwamen mensen vanuit de kelder naar boven lopen. Zij hadden mij niet zien binnenkomen en zagen mij wellicht aan voor een dievegge die een boek naar buiten had willen smokkelen.
Een verkoopster kwam op ons toesnellen. Mijn tactiek van een ik-weet-van-niks had geen zin.
‘Het alarm ging af,’ zei ze uiterst vriendelijk.
‘Oh, ja… waren wij dat?’ stamelde ik.
Mijn vriend, alert als hij was, liep alleen door de deur om zo uit te vogelen wie van ons de schuldige was.
Het bleef stil.
Was ik het dan?
Het was onvermijdelijk om ook terug door de deur te lopen. Weer een luid gepiep.
Alle ogen waren nu op mij gericht.
‘Heeft u misschien iets nieuws aan?’
‘Nee, absoluut niet. Ik weet het zeker.’
‘Misschien een boek uit de bibliotheek?’
Kon een boek uit de bieb dan ook al een alarm veroorzaken? ‘Ja,’ zei ik opgelucht. We wisten nu de reden.
Het boek ging door de scanner bij de deuropening. Geen geluid.
‘Mag ik misschien in uw tas kijken?’ vroeg de verkoopster, nog steeds volop glimlachend. ‘Dan zal ik het proberen op te lossen.’
In mijn tas zaten proppen met krantenpapier. Het zag er niet uit.
‘Daar zitten wat kopjes in verpakt,’ zei mijn vriend verontschuldigend.
Nu ging de tas langs de scanner. Weer geen gepiep.
Ik kreeg een duister vermoeden waarom het alarm afging.
Vaag herinnerde ik me mijn nieuwe aankoop van twee T-shirts waarvan ik er eentje droeg.
Moest ik onopvallend onder mijn T-shirt gaan voelen naar een niet afgeknipte labeltje waarop stond: voor gebruik verwijderen. Was ik zo stom geweest het er niet af te knippen?
Ik trok mijn T-shirt omhoog en zag het labeltje zitten.
‘Ik bedenk me dat ik toch wat nieuws aanheb,’ zei ik schuldbewust en liet het harde stukje katoen zien.
De verkoopster pakte een schaar en knipte het eraf. Nu bleef het stil bij het in- en uitlopen van de winkel. Wat een gezeur om niets, dacht ik.
‘Geeft niet hoor, is mij ook wel eens overkomen,’ zei de verkoopster.