LAAGGELETTERDHEID, EEN ONDERSCHAT PROBLEEM
De totale groep laaggeletterden in Nederland bedraagt ongeveer 2,5 miljoen. Het gaat hier om mensen die slecht zijn in de beheersing van de taal- en rekenvaardigheid. Mensen die het niveau van het einde van de basisschool niet hebben. Hoe handhaven zij zich?
Als vrijwilligster geef ik taalles aan anderstaligen. Niet alleen aan vluchtelingen, maar ook aan bijvoorbeeld vrouwen die getrouwd zijn met een Nederlandse man en hier tijdelijk of voorgoed in Nederland wonen. De lessen zijn bestemd voor vrouwen die Nederlands als tweede taal hebben, ook wel NT2 genoemd.
Altijd is er wel een vrouw bij, die in het land waar zij vandaan komt, geen goed onderwijs heeft genoten en daarom laaggeletterd is. Om tal van redenen is het voor deze vrouw niet mogelijk geweest zich te bekwamen in haar moedertaal. Het zich eigen maken van de Nederlandse taal is voor deze specifieke groep erg lastig. Simpele woordjes als ‘tas’ worden wel twintig keer overgeschreven om zo het schrijven te leren. Steeds een nieuw woordje erbij. Alles is nieuw. Zelfs het steeds op een nieuwe regel beginnen met bijvoorbeeld een volgende opgave, moet geleerd worden. Vaak wordt er door elkaar, ongestructureerd geschreven. Ook het huiswerk wordt vaak niet gemaakt. Dit zijn ze van origine niet gewend te doen. Uiteindelijk hebben ze niet of nauwelijks scholing gehad.
Brieven moeten altijd door een bevriende buurvrouw of tolk worden gelezen. In de les fungeert een andere cursist uit hetzelfde land, meestal als tolk en thuis kunnen de kinderen helpen, die het Nederlands wel beheersen aangezien ze naar school gaan in Nederland.
Voor de laaggeletterde niet Nederlandse vrouw is de handicap twee keer zo groot. Wat te denken van handleidingen van medicijnen of brieven van de gemeente, teksten op producten in de supermarkt. En dan maar hopen dat je gewenst bent in je buurt. Niet iedereen heeft tolerante buren die bereid zijn je te helpen. Zelfs iets simpels als een ritje met de bus of een bezoek aan een arts is al een hele opgave.
Niet alleen zijn ze de tweede taal Nederlands niet machtig, ook hebben ze überhaupt nog bijna niet kunnen lezen of schrijven. En dan hebben we het alleen nog maar over de overdracht van kennis. Een vraag die vaak vergeten wordt is: hoe voelen ze zich in zo’n draaimolen van niet te begrijpen signalen?
Een cursist uit Iran vertelde hoe belangrijk het voor haar was dat ze wegwijs werd gemaakt in de Nederlandse samenleving. ‘Wij komen in een vreemd land en weten helemaal niets’, zei ze.
De gehele integratie is extra moeilijk voor deze specifieke groep mensen. Ze begrijpen taal nog teken. Het cultuurverschil is een onoverkomelijke horde die ze moeten nemen.
Als de enkeling die wel het huiswerk maakt, na veel moeite uiteindelijk woorden begint te begrijpen, als deze woorden beginnen te leven en achter elkaar tot begrijpelijke zinnen worden gemaakt, dan haalt ze opgelucht adem. Iets wat ze voor een onmogelijke opgave gehouden had, wordt werkelijkheid. Weliswaar moeizaam en traag, maar uiteindelijk weet ze de weg te vinden in de wirwar van letters die de Nederlandse taal behelst.
En dan het rekenen nog…